Daberlohn en Albert en Charlotte hebben het restaurant verlaten en gaan naar huis; rechts is Daberlohn op de rug gezien, lopend langs een lantaarnpaal met de handen op de rug, links lopen Albert en Charlotte gearmd. Als punt van vertrek is de hoek van een straat aangegeven waar zich vermoedelijk dus ook het restaurant -vaag zichtbaar in de dubbele deuren op de hoek- bevond. Albert laat zich lovend uit tegenover Charlotte over Daberlohn; zij daarentegen plaatst een laatdunkende opmerking terwijl Daberlohn blij is dat het (de maaltijd) achter de rug is.
