Nieuw Isr. Weekblad, vol. 11(1876), nr. 30, p. [3]
Briefschrijver, toraschrijver te Groningen, refereert aan de beschuldiging aan het adres van J.S. Hillesum, als zou deze een niet-kasjer torarol hebben gebruikt, en beweert dat hij het in goede staat heeft verkocht.