Nieuw Isr. Weekblad, vol. 38(1903), nr. 44, p. [3]
De briefschrijver heeft zich gestoord aan een advertentie in het nummer van drie april waarin aan een orthodoxe jonge persoon een zaak ter overname wordt aangeboden "met of zonder dochter". Ook enkele dag- en weekbladen hebben deze advertentie opgemerkt en daarover geschreven. De heer Samuel vindt dat door dergelijke schaamteloze advertenties de Joodse godsdienst te kijk wordt gezet.