Nieuw Isr. Weekblad, vol. 38(1903), nr. 49, p. [3e bl 1]
De briefschrijver gaat nader in op het hoofdartikel uit het vorige nummer waarin werd geschreven over Joodse verenigingen die zich met spiritisme zouden bezighouden. Hij zegt dat hij lid is van een vereniging waar een spreker een uur lang een lezing hield waarin hij zo objectief mogelijk het onderwerp "Spiritisme" behandelde. De redactie legt uit waarom zij deze brief in de krant heeft opgenomen.