[Ingezonden Stukken.] : [brief]
G., D.T. van
Nieuw Isr. Weekblad, vol. 41(1905), nr. 7, p. [3]
De briefschrijver uit Den Haag vraagt zich af of zijn geloofsgenoten niet zelf ook schuldig zijn aan de spot die er wordt gedreven met hun godsdienst. Hij geeft voorbeelden van opvoeringen in schouwburgen waar de Joodse godsdienst de lachlust opwekt en waarbij juist zijn geloofsgenoten de spelers toejuichen.
Uitgebreide informatie