Nieuw Isr. Weekblad, vol. 41(1905), nr. 19, p. [2e bl 1]
Een oud-Nederlander uit Antwerpen vraagt zich af waarom de Amsterdamse Joden zo honkvast zijn. Bij zijn familiebezoeken in Amsterdam merkt hij op dat de Joodse bevolking - zo'n zestigduizend personen - voor een groot deel arm is ook al zwoegt men van 's morgens vroeg tot 's avonds laat. En hij roept zijn geloofsgenoten op hun geluk in België te beproeven waar reeds zeer velen uit Rusland, Roemenië, Hongarije, Polen en andere landen een goed bestaan hebben opgebouwd.