["En wanneer zij geen gunst in zijne oogen gevonden heeft, omdat hij aan haar iets immoreels gevonden heeft".]
Joodse pers
Nieuw Isr. Weekblad, vol. 43(1907), nr. 3, p. [2]
Redactioneel commentaar naar aanleiding van het feit dat de benoemde voorzanger, de heer Katz, voordat hij naar Amsterdam kwam, was gescheiden van zijn vrouw met wie hij ook een kind heeft.