Nieuw Isr. Weekblad, vol. 44(1908), nr. 9, p. [2-3]
De briefschrijver uit Groningen is blij dat er een afdeling van de bond "Tisjbie" in deze stad is opgericht, maar heeft wel enige kritiek op bepaalde personen. Naast deze kritiek wil hij ook meedelen dat hij zo genoten heeft van de voordracht van de opperrabbijn, hij vergeleek hem met de profeet Jesaja.