Nieuw Isr. Weekblad, vol. 44(1908), nr. 24, p. [2]
De redactie schrijft over de heer Ph. S. de Jong, die een zuurhandel heeft en die vanwege een oogziekte in het ziekenhuis ligt en het werk aan zijn vrouw en dertienjarig zoontje moet overlaten, dat concurrenten deze gelegenheid te baat nemen.