Nieuw Isr. Weekblad, vol. 44(1909), nr. 38, p. [2e bl 2]
De heer Veenendaal schrijft als niet-Joodse eigenaar van een scheersalon in de Korte Kranestraat in Den Haag en reageert "om lasterpraatjes tegen te gaan" van de kant van zionsten. Hij deelt mee dat hij, op aandringen van de bond Tisjbie, een inrichting aan zijn scheersalon heeft gekoppeld "waarbij men zich op Joodse geoorloofde wijze van zijn baard kan ontdoen".