Zeskantige toren in vier geledingen op schacht met zeskantige knop en zeskantige gewelfde voet op adelaarsklauwen. De onderste geleding, omgeven door balustrade met musicerende mannetjes op de hoeken, bevat zes door gedraaide zuilen begrensde velden, waarvan een met klok en deur. De tweede geleding is ook door een galerij omgeven, met vaandels op de hoeken, en heeft velden met dubbele boogvensters, waarbinnen een belletje hangt. De derde en hoogste geleding, geheel open, eveneens met een belletje, bestaat uit zuilen. Op de torenspits een vaandel met een leeuw.