Daberlohn, nog steeds in de kroeg, verkeert in een euforische dronkenschap: hij bedenkt zich dat hij van Paulinka Bimbam de grootste zangeres ter wereld gaat maken en voelt zich de Verlosser. D. zit aan de bar; in de rechterhand een glas (bier?) op borsthoogte, de linkerarm gestrekt schuin naar voren op de bar waarbij de linkerhand buiten beeld valt.