Daberlohn in close-up (heupstuk en face) weergegeven,de handen (klaarblijkelijk) in de zakken;rechts van hem is vermoedelijk een lantaarnpaal of een ander soort van straatmeubilair afge- beeld. Daberlohn bedenkt nukkig dat hij Paulinka's voorsteling al niet meer hoeft bij te wonen wegens haar gedrag jegens hem.