Daberlohn en Charlotte lopen samen 's avonds ('s nachts) op straat; beiden zijn op de rug gezien, Daberlohn staat links met de handen op de rug, Charlotte is rechts afgebeeld en heeft de handen (uit het zicht) voor zich, beiden hebben het gelaat naar de ander gericht. Op de achtergrond is in de schemering een huizenblok zichtbaar en een (ontstoken) lantaarnpaal.