Een marskramer, bekend als Juda Prins, met krukken en een kist aan een riem over zijn schouder staat in het veld. Hij heeft een baard en draagt een grote pet, donkere halflange jas en een geruite broek. Rechts op de achtergrond is de kerktoren te zien waarvan wordt gesuggereerd dat het die van de Eusebiuskerik in Arnhem zou kunnen zijn.